Uitspraak Raad van State: archeologisch onderzoeksplicht vanaf 30 cm
De Raad van State heeft uitspraak gedaan in een zaak waar ook archeologen elders in Brabant hun voordeel mee kunnen doen. Wij hebben deze uitspraak hieronder onverkort opgenomen.
Op 20 maart jl heeft de Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State de definitieve uitspraak gedaan over het beroep van de Steun Stichting AVKP (Archeologische vereniging Kempen en Peelland, AWN-afdeling 23) inzake het Bestemmingsplan Buitengebied Eersel. Die uitspraak erkent dat bij gangbare agrarische werkzaamheden de bodem niet dieper dan 30 cm is verstoord en dat daarom ook voor agrarische gebieden met een archeologische waarde vanaf die diepte een vergunningplicht met de daaraan verbonden archeologische onderzoeksplicht geldt.
Vergelijkbare uitspraken zijn door de Afdeling Bestuursrecht reeds eerder gedaan zoals de uitspraken 200509593/1 (Tiel), 200801932/1/R1 (Westvoorne) 201109825/1/R319 (Woudrichem)
Voor heemkundekringen is dit een belangrijke uitspraak. U kunt daar bij de beoordeling van bestemmingsplannen gebruik van maken. U kunt uw eigen gemeente bij de voorbereiding van bestemmingsplannen, al op voorhand hierop op wijzen. Wanneer een gemeente in de planregels zich niet aan die grens van 30 cm houdt, zonder nader onderzoek naar de mate van verstoring, kunt u zienswijzen inbrengen en daarbij naar deze uitspraken van de Raad van State verwijzen.
De Monumentenfederatie Noord Brabant stuurt een brief naar alle gemeenten om hen ook op deze uitspraak te wijzen. De gemeenten zijn dus geïnformeerd.
Wie hier meer over wil weten of advies wil bij het indienen van zienswijzen kan contact opnemen met de Werkgroep Ruimtelijke ordening van de AVKP (vdrijdt@iae.nl)
Toelichting op de recente uitspraak inzake Eersel
Het bestemmingsplan bevat als regels dat voor agrarische gebieden zonder esdek met een archeologische waarden bij een bouw- en aanlegactiviteiten vanaf 50 cm een omgevingsvergunning nodig is. Dit in afwijking van de regels voor niet agrarische gebieden, ook zonder esdek, waar vanaf een verstoringsdiepte van 30 cm een archeologische onderzoeksplicht geldt. De motivering hiervoor van de gemeente is dat in agrarische gebieden de bodem reeds tot 50 cm verstoord is. De Stichting Steun AVKP bestrijdt dat, bij gangbare agrarische werkzaamheden wordt de bouwvoorn niet dieper dan 25 tot 20 cm verstoord. Archeologische vindplaatsen liggen vaak op 30 en 50 cm, zo blijkt uit eerdere onderzoeken. Bij een vrijstelling tot 50 cm is er een groot risico dat archeologische waarden ongezien verloren gaan.
De ABRvS oordeelt dat dit beroep gegrond is.
De Afdeling volgt het standpunt van de raad dat normale agrarische werkzaamheden tot 50 cm diepte gaan en dat daarom kan worden aangenomen dat die agrarische gronden in het verleden al tot op 50 cm onder het bestaande maaiveld zijn verstoord, niet. Hierbij neemt de Afdeling in aanmerking dat de grondwerkzaamheden dieper dan 30 cm die de raad ter zitting als voorbeeld heeft genoemd, te weten het scheuren van grond en het aanleggen van drainage, door de Afdeling eerder slechts als niet-reguliere, incidentele werkzaamheden in de agrarische bedrijfsvoering zijn gekwalificeerd. In het geval van de aanleg van drainage is, zo heeft de Afdeling eerder overwogen, de bodem slechts verstoord ter plaatse van de drainagebuizen zodat in zo’n geval niet voor het gehele perceel kan worden aangenomen dat de bodem tot 50 cm onder het bestaande maaiveld is verstoord.
In een tussentijdse uitspraak (18-11-2011) had de ABRvS reeds bepaald dat de gemeenteraad van Eersel nader zou moeten onderzoeken in hoeverre in agrarische gebieden de bodem tussen 30 en 50 cm is verstoord. Dit heeft de gemeente niet gedaan.
De ABRvS oordeelt dat de planregels voor de gronden met een agrarische bestemming waarbij als grens voor vergunningplichten en de daaraan verbonden archeologische onderzoeksplicht in strijd is met artikel 3:2 van de Awb. De betreffende besluiten van de gemeente waarbij voor agrarische gebieden een uitzondering wordt gemaakt voor de vergunningplichten, dient te worden vernietigd.
(Uitspraken 200908600/1/R4 en 201205452/1/R4).