ANBI of niet- ANBI. Wat is uw kring eigenlijk voor een club?
Wijzigingen in de status van culturele en sociale organisaties
Per 1 januari aanstaande heeft de overheid de voorwaarden gewijzigd voor de status van ANBI (Algemeen Nut Beogende Instelling). Dat is een bezuinigingsmaatregel. Door de voorwaarden te verscherpen hoopt de regering meer belastinggeld binnen te halen. Blijkbaar heeft de ANBI-groep (voor Brabant in Den Bosch) de opdracht om het aantal verenigingen en stichtingen met een ANBI-status kleiner te maken. Dat heeft dreigende brieven tot gevolg aan heemkundekringen met als inhoud dat het ANBI-schap voor hen niet langer haalbaar is en dat het bestuur met een lagere status genoegen moet nemen.
Er zijn drie niveaus waarop men een sociaal-culturele instelling kan zijn. De hoogste biedt de meeste belastingvoordelen voor de vereniging maar vooral voor donateurs. Die hoogste status is die van Culturele ANBI. Een schenking aan een Culturele ANBI mag de goede gever niet alleen van de belasting aftrekken, hij (zij) mag zelfs meer van zijn aanslag aftrekken. Hij mag 125% van de gift in mindering brengen. Een vennootschap zelfs 150%. Dat is vooral van belang voor heemkundekringen die bezig zijn met het opzetten van een eigen heemcentrum. Daar is fund-raising, (ook eenmalige) steun van bedrijfsleven en particulieren noodzakelijk voor de realisatie.
Per 1 januari moeten heemkundekringen met Culturele ANBI-status kunnen aantonen dat 90% van hun inkomsten (was veel lager) besteed wordt aan het algemeen belang. Dat moet blijken uit hun doelstelling, uit de begroting en uit de afrekening van het afgelopen jaar.
Doelstelling
De doelstelling blijkt uit de statuten. Iedere kring heeft die omdat men een rechtspersoon is, bij de Kamer van Koophandel ingeschreven. Hopelijk heeft men al gemoderniseerde doelstellingen, zoals Brabants Heem al jaren heeft geadviseerd. Bij doelstellingen uit een ver verleden staat er meestal zoiets als: heemkunde in de meest “brede betekenis”. Nu weten ambtenaren en soms ook de rechter niet altijd goed wat heemkunde is, met al zijn aspecten. Gelukkig is zo’n oude, niet uitgewerkte formulering geen bezwaar. Uiteindelijk gaat het erom wat men doet. Kan men aantonen dat men inderdaad sociaal-cultureel (voor het grote publiek) bezig is, dan is er niets aan de hand. Zoiets is aan te tonen met een activiteitenplan, een beleidsplan of enkele jaarverslagen.
Aan te tonen is dan dat lezingen[1] en cursussen openbaar zijn[2] en dat excursies ook voor anderen toegankelijk zijn ofwel dat ze op scholing van de leden gericht zijn. Het gaat erom dat zichtbaar is dat de kring niet enkel en alleen voor de eigen leden zorgt, zoals een biljartclub doet. Verder kunt u aangeven dat uw kring de gemeente adviseert, op historisch en/of archeologisch gebied of bij monumenten (overleg of deelname aan commissies), naamgeving e.d.
Minstens 90% besteed aan het algemeen belang
Dat lijkt onhaalbaar veel. Maar ook bestuurskosten, werving, tijdschrift, publicaties, het onderhoud voor een opengesteld heemcentrum, kosten voor vrijwilligers en dergelijke zijn uiteindelijk gericht op het aanspreken van de gemeentenaren. Uiteindelijk zijn al uw werkzaamheden gericht op het doorgeven van informatie. Het is zelfs moeilijk om een voorbeeld te bedenken waarbij u 10% van uw subsidie en lidmaatschapsgeld besteed aan ‘cadeautjes’ voor uw eigen leden.[3]
Een van de aangesloten kringen, nog zonder eigen heemcentrum, betaalde bij lezingen in een commercieel bedrijf de koffie (1 x) voor de aanwezigen en dat tegen een commerciële prijs. Daar ging, dank zij veel lezingen, de helft van de lidmaatschapsgelden in zitten. De belastingdienst wilde daarom per 1 januari de ANBI-status intrekken. Dat was anders geweest wanneer het bestuur (om aanwezigen te trekken –leden èn belangstellenden- ) de koffie had afgerekend tegen kantineprijs. Laten we zeggen € 0,70 – € 1 per persoon. Dat kan wel binnen de 10% vallen. De zaaleigenaar rekende echter geen huur, dat zat al in de prijs voor een kopje koffie of thee van € 3. Een andere afspraak met de exploitant heeft alles opgelost. Huur valt namelijk wel onder de 90% die beschikbaar moeten zijn voor cultureel werk dat toegankelijk is ook voor niet-leden.
Een rechter hoeft aan dit of een ander probleem met de ANBI-dienst van de belastingen niet te pas te komen. Overleg met de belastingambtenaar lost meestal alles op, want ook de belastingdienst schat in welke uitspraak de rechter zal doen.
Eigen inkomsten (geen winstoogmerk)
Eigen inkomsten aan entrees en dergelijke kunnen een probleem geven. Een klein museum dat entree heft, zal geen ANBI-status meer krijgen. In de praktijk blijkt een ‘knikengel’ voor een vrijwillige bijdrage (met een bordje met dat verzoek) zeker zoveel op te leveren en dat is wel toegestaan. Daarom is het verstandig dat kringen die een groepje stadsgidsen hebben, een aparte stichting maken van de stads- of dorpsgidserij. Daar betalen de deelnemers immers, terwijl de gidsen vrijwilligers zijn. Omdat de kring de gidsen heeft opgeleid, kan de stadsgidserij dan jaarlijks een schenking doen aan de heemkundekring. (Ook een reden om de stadsgidsen niet onder te brengen bij de VVV).
De regel dat een ANBI geen winst mag maken, bestond al. Het gaat dan niet om een geoormerkte reservering (bijv. een boekenfonds) of om een buffer voor het volgende jaar. Structureel meer geld vragen van derden (van niet-leden en niet-subsidiegevers) voor deelname dan dat je kosten maakt voor de presentatie, dat kan niet.
Nog meer voorwaarden
Behalve deze eisen en de gebruikelijke integriteitseis, alleen een onkostenvergoeding voor het bestuur, en een actueel beleidsplan, is er nog een nieuwe eis. Een ANBI moet een internetsite hebben en daar een aantal gegevens op publiceren. Niets bijzonders: adres, bestuursverdeling, hoofdlijnen (!) van beleidsplan en van financiën van het afgelopen jaar.[4]
Gewone ANBI
Omdat een heemkundekring altijd met cultuur bezig is (geschiedenis, volkskunde, genealogie, archeologie, monumenten, natuur etc.) zal een kring altijd een culturele ANBI (kunnen) zijn. Gewone ANBI’s zijn o.a. milieuverenigingen: ook gericht op het publiek en niet op de eigen leden. Dat is wat anders dan de ‘natuur’ bij heemkunde. Daar spelen de landschapsgeschiedenis, de geologie, het menselijk (culturele) ingrijpen etc. een rol. Een gewone ANBI moet ook voldoen aan de 90%-eis, aan de publicatieplicht en dergelijke.
Wat zijn de voordelen van een gewone ANBI?
Een ANBI hoeft geen belasting over erfenissen of schenkingen te betalen, krijgt achteraf de energiebelasting terug (geldt ook voor culturele ANBI”s) en sponsoren en particulieren mogen hun schenking van de belasting aftrekken.
Let wel: Je bent niet zomaar een ANBI of culturele ANBI. Om dat te worden, moet je altijd een aanvraag indienen. De belastingdienst controleert de voorwaarden en geeft dan een beschikking af.
Wat is een SBBI?
Wie niet aan de nieuwe voorwaarden voor een ANBI kan of wil voldoen, valt terug tot een SBBI (een Sociaal Belang Behartigende Instelling). Dat is waar de belastingdienst mee dreigt als je niet aan de nieuwe voorwaarden 90% en publiceren op de website) voldoet. Zelfs om een SBBI te zijn, moet je een aanvraag indienen.
Elke sportclub met kantine, de schaakclub of de kaartclub kan een SBBI zijn. Ze zijn altijd gericht op de eigen leden, behartigen hun belangen en houden hun leden sociaal bezig.
[5] Het enige voordeel is dat ze geen belasting hoeven te betalen over schenkingen en iets uit een erfenis.[6] Maar voor sponsoren is niets aftrekbaar.
Een kring die zich beperkt tot lezingen en excursies kan niet meer dan een SBBI worden (en ook dat moet aangevraagd worden met statuten erbij die het sociale nut noemen).
Maar elke heemkundekring met werkgroepen, vaste contacten met de gemeente, een tijdschrift, een informatiecentrum en regelmatig tentoonstellingen, contact met scholen kan met zijn gewone administratie meer zijn. Naar buiten treden, kennis uitdragen, heemkunde verspreiden, betrokkenheid bijbrengen, daar zijn we toch voor? De privéhobby op een zolderkamertje hebben we al lang achter ons gelaten.
November 2013 Jan Franken
[1] Een kleine bijdrage in de kosten voor niet-leden is daarbij geen bezwaar. Ik zou adviseren niet boven de € 3 uit te gaan.
[2] Publiceer ze altijd het plaatselijk gratis advertentieblad. Dat is ook goed voor de naamsbekendheid.
[3] Werving is wat anders. Kortingen op boekuitgaven en dergelijke kunnen beschouwd worden als uitgaven om leden vast te houden. Zo’n korting moet wel kleiner zijn dan het lidmaatschapsgeld.
[4] Zie hiervoor www.belastingdienst.nl onder ANBI. Dat is eenvoudiger dan de websites van allerlei commerciële bedrijven die u willen helpen “omdat het zo moeilijk is”.
[5] Een gilde is een twijfelgeval. Ook hier is de vraag hoe actief een bestuur naar buiten optreedt.
[6] Elk club met een lui bestuur moet schenkingsrecht betalen over sponsorgeld en soms zelfs over subsidies.