Ravenstein is oud en prachtig, dat kan iedereen met eigen ogen zien. Daarnaast bestaat er ook een Ravenstein dat minder zichtbaar is. Het is aan het oog onttrokken, want het ligt onder de huizen. Het betreft de kelders van de stad. Net als het bovengrondse deel van de bebouwing is dit ondergrondse deel zeer de moeite waard om gezien te worden.

Theo Audenaerd, Edward Aghina, Ad van Drunen en Henk van Drunen belden van huis tot huis aan, daalden de keldertrappen af en legden vast wat ze daar beneden aantroffen. De weerslag van hun expeditie staat in het fotoboek ONDERSTEBOVEN dat uitkomt op 29 april.

Theo Audenaerd en Edward Aghina fotografeerden tussen 2010 en 2020 vrijwel alle kelders in de stad. Hun aanpak is uniek. Ze combineren een geavanceerde digitale camera met een belichtingstechniek van meer dan honderd jaar geleden. Dezelfde kelders zijn opgemeten, bestudeerd, beschreven en getekend door bouwhistoricus Ad van Drunen en zijn broer Henk, die bouwkundige is. Architect Maurits Cobben vervol-maakte de driedimensionale tekeningen. Wilda van Drunen nam de eindredactie van de tekst voor haar rekening, en vormgever Rob Bruggers voegde foto’s, teksten en tekeningen samen tot een evenwichtig en aantrekkelijk geheel.

Het boek begint met de drie ondergrondse vestingwerken van Ravenstein. Daarna volgen de kelders per straat. Elke kelder beslaat minimaal twee pagina’s: op de rechterpagina een grote foto, op de linkerpagina de beschrijving en een driedimensionale tekening. Van elk huis waaronder de kelder ligt is ook de gevel klein afgebeeld, en bij elke kelder staat een lemma: een korte, luchtige omschrijving of verklaring van een woord of begrip dat betrekking heeft op kelders. Het boek sluit af met een twintig pagina’s tellend stuk van Ad van Drunen waarin veel losse eindjes over de ondergrondse en bovengrondse geschiedenis van de stad aan elkaar geknoopt worden.