HEEMDAGEN 2015 IN TEKEN VAN ‘HOLLANDS BRABANT AAN DE RAND VAN DE BIESBOSCH’ (verslag)
Ooit was er sprake van Brabants Heemkamp. Toen moesten de laarzen mee en werd er gegraven. Tegenwoordig zijn het Brabants Heemdagen en gaat het om het ontdekken van historie en cultuur van steeds een ander deel van Brabant. Vandaar dat meer dan honderd heemkundigen uit de hele provincie op donderdag 6 augustus 2015 ontvangen werden in het gemeentehuis van de gemeente Drimmelen waar de 67ste heemdagen van start gingen. Thema was dit jaar ‘Hollands Brabant aan de rand van de Biesbosch’.
Promotie
Locoburgemeester Jan Willem Stoop van de gemeente Drimmelen nam de kans waar om, nadat dagvoorzitter Otte Strouken-Busink hem had geïntroduceerd, zijn gemeente aan de aanwezige heem- en geschiedkundigen te promoten. ,,U zult vandaag en morgen heel wat ontdekken en kunnen geniet van wat onze gemeente te bieden heeft. Maar neem, ook de achterliggende verhalen in u op. Discussieer over de vraag of Dordrecht of Geertruidenberg de oudste stad van Holland is en geniet niet alleen van het moois, maar ook van de specialiteiten uit de keukens van de restaurants in de gemeente.”
In één adem somde hij een reeks van bijzondere zaken op. De eendenkooi, de verdedigingswerken, klei- en zandculturen, de watersportactiviteiten, de oude Napoleonsweg, bezoekerscentrum de Biesbosch en de expositie van de Langstraatspoorlijn in de kerk van Geertruidenberg. Ook kersen, aardbeien, asperges en ‘Het beste worstenbrood van Brabant’ kwamen langs en activiteiten als het verbouwen van ‘spelt’, dauwtrappen en koningsschieten. ,,Bedenk dat Drimmelen de voortuin van de Biesbosch is, maar meteen ook de achtertuin van Breda”, besloot de Drimmelense wethouder.
Hij had nog wel een speciaal dankwoordje voor de drie kringen uit zijn gemeente die de organisatie van deze Heemdagen op zich hadden genomen: ‘Heemkundekring Willem Snickerieme’, Heemkundekring ‘Made en Drimmelen’ en Oudheidkundige Kring ‘Geertruydenberghe’.
Huldiging
Voor voorzitter Henk Hellegers van de stichting Brabants Heem de activiteiten officieel opende, riep hij eerst Wim van Rooij uit Sint Oedenrode naar voren. ,,In 1955, mijn geboortejaar, werd het zevende heemkamp in Valkenswaard gehouden. Het was voor u de eerste keer dat u deelnam en met een onderbreking van een jaar bent u dat blijven doen, vandaar dat u nu het diamanten jubileum viert”, gaf Henk Hellegers aan.
Zijn ervaring zette Wim van Rooij om in adviezen die hij namens de voorbereidingscommissie inmiddels zo’n 40 jaar geeft aan kringen die op hun beurt de heemdagen op touw zetten. ,,De oorspronkelijke bedoeling van een heemkamp met opgravingen is ver naar de achtergrond gedrongen ten gunste van ontmoeten en ontdekken.” Voor Wim van Rooij was er een bijzondere onderscheiding, want eerder ontving hij al het zilveren draaginsigne en de Brabants Heemmedaille. Wim van Rooij voegde er later aan toe dat hij inderdaad in 1973 niet had deelgenomen vanwege een herniaoperatie. ,,Eigenlijk is de onderscheiding twee dagen te vroeg, want ik moet eerst nog maar zien dat ik deze heemdagen tot een goed einde breng”, vertelde hij later op de dag lachend.
Historische achtergrond

De vertegenwoordigers van de drie organiserende verenigingen: Jan van Gils, Ansje Strouken-Busink en Alice Heitling.
Voorzitter Henk Hellegers ging hierna in op de historische achtergrond van het gekozen thema voor deze Heemdagen. Het waterrijke gebied ontstond in de nacht van 18 op 19 november 1421 toen in de Hollandse Waard op verschillende plaatsen de dijken braken en 72 dorpen werden verzwolgen en 42.000 ha vruchtbaar land onder de golven verdwenen. In de eeuwen die volgden werden stukken teruggewonnen op de zee, op hoger gelegen zandbanken groeiden wilgen en biezen en de riet- en griendcultuur zorgden voor werk voor de bewoners van de dorpen langs de Biesbosch. In 1970 werden de Haringvlietsluizen in werking gesteld en dat betekende het einde van de eb- en vloedbewegingen. Zo ontstond het gebied dat veel mensen nu kennen als een Nationaal Park gericht op natuurbehoud en passende recreatie.
Dat gebied was vooral een stukje Zuid-Holland, want het hoorde bij het graafschap Holland en niet het hertogdom Brabant. Strijd was er, maar die was er ook tussen Geertruidenberg en Made. ,,De inwoners van Made voelden zich eeuwenlang bevoogd door die van Geertruidenberg, want Made was met zijn boertjes op de schrale heidegrond niet meer dan de stadsweide van Geertruidenberg”, gaf Henk Hellegers aan. Hij ging verder in op de veranderingen in de Franse tijd toen Made zich van Geertruidenberg los wist te rukken, waarna hij de belevenissen van een Pruisische predikant beschreef die in 1657 een wandeling door het gebied had gemaakt en enkele heel bijzondere ervaringen opdeed. Hierna werden de 67ste Heemdagen 2015 officieel geopend.
Ceremonie protocollaire
Het is traditie dat direct na de opening van de Heemdagen een speciaal ritueel rond de standaard en de vlag van Brabants Heem plaatsvindt en ook dit jaar bleef die niet achterwege.
Wim van Rooij stond kort stil bij de Heemdagen. ,,Wij mogen ons hier wel het neusje van de zalm noemen. Heemkringen zijn altijd geïnteresseerd met datgene wat in hun werkgebied gebeurt, maar wij zijn belangstellend naar alle streken van Brabant”, hield hij de deelnemers voor. Hij nodigde hierna Jan van Gils, Ansje Strouken en Alice Heitling als vertegenwoordigers van de drie organiserende kringen uit voor de overdracht van het vaandel dat, na het voorlezen van de oorkonde, door Ansje Strouken aan de schellenboom werd bevestigd.

Cor Rops (r) hangt samen met Wim van Rooij het schildje van de Heemdagen 2014 in Roosendaal en Essen aan de schellenboom
Cor Rops van de kring ‘de Vrijheijt van Rosendale’ uit Roosendaal waar vorig jaar de Heemdagen waren gehouden in samenwerking met de Koninklijke Heemkundekring Essen, kreeg hierna het woord om terug te blikken op de 66ste Heemdagen. Hij greep die gelegenheid meteen aan om de aanwezigen nog eens warm te maken voor de turfhistorie van West-Brabant. ,,Want daar heb ik nog geen woord over gehoord, terwijl dit gebied toch volop met die turf te maken heeft, zeker als we in Terheijden gaan dineren.” Hierna hing hij het schildje namens de beide kringen aan de schellenboom en mocht hij een oorkonde in ontvangst nemen.
Op stap
Na het officiële gedeelte gingen de deelnemers op weg naar het Biesboschcentrum in Drimmelen voor het vervolg van het programma. De meesten per auto, maar de diehards met de fiets. Bij dat centrum kon iedereen eerst op eigen gelegenheid wat rondkijken, waarna men in twee ploegen ‘aan het werk’ ging. De eerste groep ging met de boot de Biesbosch in om er de natuur te bekijken en een wandeling te maken over de beverweg – waar overigens alleen schapen liepen – en om bij de eendenkooi tekst en uitleg te krijgen. De natuur was er schitterend en de deelnemers genoten van het groen dat in honderden varianten te bewonderen was. Bij het bruggetje van Sint Jan werd stilgestaan bij de activiteiten die hier in de Tweede Wereldoorlog plaatsvonden. Het zuiden was toen al bevrijd, maar het noorden was nog door de Duitsers bezet.
De Duitsers waagden zich bijna niet in het onherbergzame gebied en via de Biesbosch konden medicijnen en voedsel naar het noorden worden gesmokkeld en onderduikers en piloten naar het zuiden. Vooral de verhalen van de mensen die dit gevaarlijke werk verrichten waren interessant, maar daar zou in de loop van de dag nog veel meer over verteld worden. Deze groep kreeg onderweg een lunchpakket op de terugweg naar het Biesboschcentrum
De tweede groep ging op stap met gidsen om een dorpswandeling te maken door Drimmelen. Die gidsen wisten de mooiste een interessantste plekjes er uit te pikken. In de Hervormde kerk werd een PowerPointpresentatie verzorgd waarbij ook een stuk historie van het gebied aan bod kwam.
Dankzij het uitermate fraaie weer, was het een genot om door de groene omgeving en de waterkanten te lopen. De groep wandelaars keerde daarna terug naar het Biesboschcentrum waar een lunch voor hen gereed stond.
Na de lunch werd het programma omgekeerd en ging de groep die gevaren had een wandeling maken door Drimmelen met natuurlijk de presentatie in de kerk en de wandelgroep mocht op de boot plaats nemen om naar het natuurgebied aan de overzijde van de Amer te varen.
Diner en avondprogramma
Tegen vijf uur was het hele gezelschap weer bij elkaar in ‘Ons Thuis’ in Terheijden. Daar ging het programma verder met een lezing over de Liniecrossers en hun niet van gevaar ontblote werk in de Tweede Wereldoorlog.
Nog niet zo lang geleden overleed de laatste man die tot de Liniecrossers behoorde. In Lage Zwaluwe is voor deze mensen destijds een monument geplaats
In ‘Ons Thuis’ vond ook het diner plaats en dat smaakte best na zo’n lange dag op stap te zijn geweest. Er was keuze genoeg en de deelnemers lieten zich het buffet goed smaken.
Daarna was het nog niet gedaan voor deze avond, want de Veto Sisters uit Dongen zorgden voor een mooi stuk muziek en de cabaretgroep ouderen voor ouderen ‘’t Clubke’ uit Made namen de toestand in de wereld, Nederland en Brabant op de hak met zo nu en dan een sneer richting de ‘Brabants Heemkampers’.
Onderdeel van de avond was ook het uitreiken van de eremedailles aan mensen die een jubileum vierden. En natuurlijk werd er nog een tijdlang nagekaart over het programma van de voorbije dag onder het genot van een al dan niet alcoholische versnapering.
(Voor meer foto’s van de eerste en tweede dag kijk onder dit artikel)
VRIJDAG 7 AUGUSTUS
Het was voor veel mensen weer vroeg dag, zeker de deelnemers die terug naar huis waren gereden, want tussen half negen en negen uur werden ze weer verwacht op het gemeentehuis van Drimmelen in Made. Na een kort woordje door dagvoorzitter Otte Strouken-Busink konden buiten de fietsen worden gepakt en ging het in twee groepen op streekverkenning.
De ene groep reed naar Geertruidenberg. Onder leiding van enkele stadsgidsen werd hier op de Markt aan de wandeling begonnen. Een vreemd gezicht, want kijk je de ene kant op dan zie je de fraaie Geertruidskerk, maar draai je je om dat lijkt de koeltoren van de Amercentrale aan de andere zijde van het plein te staan! Natuurlijk stond ook het oude raadhuis van het oudste ‘Hollandse’ stadje op het programma en bij de rondleiding hoorde ook een bezoek aan de binnenzijde met enkele fraaie zalen.
Voor de Geertruidskerk aan de Elfhuizen staat een kunstwerk dat de legende Sint Gertrudis verbeeldt. De gidsen vertelden natuurlijk over die legende: ,,Sint Gertrudis van Nijvel ging in de zevende eeuw op pad om de heidenen te bekeren en zou zich, volgens de legende, op de hoger gelegen nederzetting gevestigd hebben: De berg van Sint Gertrudis. Volgens deze legende zou zij de stichteres van Geertruidenberg zijn.
Halvezolenlijntje

In de Geertuidskerk wordt uitleg gegeven en een bezoek gebracht aan de tentoonstelling over het Halve Zoollijntje (foto Martien Veekens)
In de Geertruidskerk konden de deelnemers aan de Heemdagen de expositie van de Langstraatspoorlijn bekijken. In de volksmond ook wel ‘Halve Zolenlijn’ genoemd, was een enkelbaans spoorlijn die van Lage Zwaluwe via Waalwijk naar ’s-Hertogenbosch liep. De bijnaam Halve Zolenlijn refereerde aan de schoenenindustrie en was ironisch bedoeld voor de inwoners van deze streek. Er was tijdens de aanleg wel rekening gehouden om eventueel in een later stadium de lijn dubbelspoors te maken.
Daar is het nooit van gekomen, vandaar dat mensen vonden dat het om een ‘halve zool’ ging, omdat de helft maar gereed kwam. Aan de brugpijlers onder de Moerputtenbrug in het natuurgebied de Moerputten is nog te zien dat het de bedoeling was om de lijn te verdubbelen. De brug is inmiddels onderdeel van een wandelroute.
Tenslotte werd een bezoek gebracht aan museum ‘De Roos’ waar de collectie met een kennersoog door de heemkundigen werd bekeken. Vanuit Geertruidenberg reed deze groep daarna terug naar Drimmelen om er in ‘Ons Dorpshuys’ de lunch te gebruiken met lekkere verse broodjes en koffie of thee. Omdat er sprake was van meer dan honderd deelnemers, werd de lunch in twee partijen gebruikt.
Naar Hooge Zwaluwe
De tweede groep vertrok per fiets naar Hooge Zwaluwe. Langs fietspaden, waterpartijen en door groene polders ging het gezelschap in een rustig tempo richting de rand van de Biesbosch om het thema van deze dagen eer aan te doen. Ook nu was het best fietsweer en de korte broeken waren aangetrokken om ook de benen een kleurtje te geven. Niet iedereen kon trouwens de fietstocht aan, maar deze mensen waren voorzien van een routebeschrijving om met de auto op de juiste plaats te komen.
De tocht ging eerst naar de molen ‘Zeldenrust’ in Hooge Zwaluwe. Een molen met een geschiedenis, want in 1860 diende A. Pals een aanvrage in bij de gemeente Hooge en Lage Zwaluwe voor de bouw van de stenen windkorenmolen. Maar omdat niet alleen de gemeente goedkeuring moest verlenen, maar ook Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en de minister van Binnenlandse Zaken, duurde de procedure liefst zes jaar. Pas in 1866 kon de opdracht geven worden om de molen te bouwen.
Na ingrijpende restauraties in het verleden, zoals in 2007, ziet de molen er weer prima uit. Voor veel heemkundigen was het de kans om hun molenkennis weer eens op te halen en ze genoten volop van het bezoek.
Museum ‘Willem Snickerieme’
Hierna ging het naar het museum van heemkundekring ‘Willem Snickerieme’ in Hooge Zwaluwe waar ze ontvangen werden door Otte Strouken-Busink en een groep vrijwilligers. De koffie die daar werd geschonken, werd ‘aangekleed’ met een stuk cake en dat ging er natuurlijk wel in. Natuurlijk werd de collectie bekeken die in het oude gemeentehuis is ondergebracht. Daar is de oorspronkelijke raadszaal intact gebleven net als de burgemeesterskamer. In het pand is een huiskamer ingericht met bedstee, eikenhouten tafels en stoelen en een kachelstoof. In een deel van de ruimte lagen in vitrines ook gereedschappen die bij de visserij hoorden.
Op de zolder kregen vooral het winkeltje uit de jaren vijftig van de vorige eeuw, het materiaal van de brandweer en de kleine schoolklas en kleuterklas volop aandacht. Gelukkig waren er ook mensen aanwezig om uit te leggen hoe een ‘hoep’ werd gemaakt, hoe vlas werd bewerkt en waar de gereedschappen om turf te steken nu precies voor dienden.
Na al die bijzondere dingen en het moois ging het door de polder terug naar Drimmelen waar in ‘Ons Dorpshuys’ ook voor deze groep de lunch gereed stond. In de middaguren werd het programma omgedraaid. De groep die naar Geertruidenberg was gefietst, reed nu naar Hooge Zwaluwe en de groep die in Hooge Zwaluwe had rondgereden bezocht nu Geertruidenberg.
Afsluitend diner en Bram van Brabant
Tegen vijf uur was iedereen weer terug in Made. Daar werden de huurfietsen ingeleverd en de eigen fietsen op de auto gezet en het hele gezelschap ging weer naar Terheijden naar ‘Ons Thuis’ om er weer het diner te gebruiken en te luisteren naar muziek en zang.

Kees van den Eijnden als Bram van Brabant tussen Otte Strouken-Busink en Jan van Gils (foto Lilian Lambrechts)
Maar het werd er ook spannend, want de strijd om ‘De Bram van Brabant’ moest nog uitgevochten worden en dat betekende dat in gedachten nog eens door de beide Heemdagen gelopen moest worden, de juiste antwoorden gegeven moesten worden en het spannend werd wie uiteindelijk de felbegeerde titel een jaar lang mocht dragen. Die titel ging uiteindelijk naar Kees van den Eijnden van heemkundekring ‘De Vrijheijt van Rosendale’. Hij kaapte de prijs net weg voor de neus van Martien Veekens van heemkundekring ‘Bergeijk’. Op de derde plaats eindigden Will van Dooren en Willy Grootenboer.
Otte Strouken-Busink sloot de heemdagen af met de opmerking dat het juist aan het enthousiasme en de positieve instelling van de deelnemers zelf te danken was, dat de beide dagen zo’n groot succes waren geworden. De Heemdagen stonden volgens hem zeker in het teken van netwerken en kennisuitwisseling, maar vooral in het teken van verbroedering tussen de individuele leden onderling en van verbinding tussen de Brabantse heemkundekringen. ,,De Brabantse Heemdagen zijn, gezien het feit dat de 67ste editie werd afgesloten, aan het verworden tot Cultureel Immaterieel Erfgoed”, verwoordde het bestuurslid van Brabants Heem.
Toen de deelnemers vertrokken waren, werd er nog even nagekaart door de drie organiserende verenigingen samen met de voorbereidingscommissie en de conclusie was dat de 67ste Brabants Heemdagen weer een succes waren geweest. De liefhebbers staan inmiddels al startklaar om zich aan te melden voor de 68ste Heemdagen in 2016.