Herinneringen aan Willy Knippenberg
door Peter van Overbruggen
Persoonlijk heb ik dierbare herinneringen aan deze beminnelijke en erudiete leraar, van wie ik Latijn leerde aan het voormalig Klein Seminarie Beekvliet.
Ik beschouw Willy Knippenberg als de beste en meest inspirerende docent uit mijn gymnasiumtijd. Hij doceerde overigens niet alleen latijn, zijn lievelingsvak. In de oorlogsjaren, toen het seminarie op last van de Duitsers gijzelaarskamp werd en de leerlingen over meerdere locaties verspreid werden, gaf hij zelfs gymnastiek en wiskunde en later ook oude geschiedenis en biologie.
Spannende jongensdroom
Een bijzondere herinnering heb ik aan zijn archeologische activiteiten van begin jaren zestig. Wij waren ooggetuige van de spectaculaire vondsten bij het gehucht Halder aan de Essche Stroom en de Dommel. In 1962 werden daar romeinse opgravingen verricht. Knippenberg liet een aardappelsorteermachine naar onze school brengen en wij mochten de aangevoerde karrevrachten met afgegraven aarde daarop gooien. Het was de vervulling van een spannende jongensdroom om te zien, dat uit de gezeefde grond talrijke romeinse munten te voorschijn werden gehaald. En wij, zijn leerlingen, mochten daarbij ‘assisteren’. Onder supervisie van prof. dr. J.E. Bogaers uit Nijmegen en Knippenberg werden uiteindelijk in totaal exact 4822 Romeinse munten opgegraven. Wij koesterden de oude potscherven en romeinse munten als kostbaarheden in onze handen.
Peripathetisch onderricht
Wat mij het meest is bijgebleven, zijn de leerzame lessen die hij gaf in de vrije natuur. We hadden op het terrein van ons seminarie een Duitse tuin met een vijver en een Engelse landschapstuin. Met hem te wandelen door de omgeving van St. Michielsgestel was voor ons als adolescenten een ware ontdekkingstocht. Bijzondere bomen en planten, stenen, vogels, vlinders, niets ontsnapte aan zijn aandacht en hij wist alles feilloos te benoemen. Het leidde ertoe dat ik in mijn schamele internaatskastje ook een privémuseumpje met mijn vondsten inrichtte.
Nachtbraker als hij was, zette hij in de zomermaanden zijn studeerkamerraam open en liet zijn bureaulamp naar buiten schijnen. Zo ving hij de nachtvlinders voor zijn verzameling. Knippenberg richtte in het tijdens de oorlog door de Duitsers bij de school gebouwde complex een natuurhistorisch museum op in de school. Het waren prachtige diorama’s, waarin – tegen een door zijn collega Schouten geschilderde achtergrond van Brabantse landschappen – ontelbare opgezette zoogdieren, vogels, amfibieën, insecten en vlinders uit de regio een aanschouwelijke plek kregen in taferelen uit verschillende seizoenen. In 1972 is het weinige wat nog niet tot stof vergaan was, eerst overgebracht naar het “vogeltjesmuseum” in het oude Eindhovense Waaggebouw aan de Paradijslaan en na de sluiting daarvan in 1982 naar het Milieu Educatie Centrum.
Ook voor ons als reünisten gaf hij nog weleens een lezing. Eén voordracht van hem staat me nog heel goed bij. Bij een reünie van onze examenklas ruim 25 jaar geleden gaf hij een boeiende presentatie over “Herbergen in Europa”, verluchtigd met zelfgemaakte dia’s. Hij begon zijn verhaal in de hoerentaveernes van Pompeï en eindigde in café Het Zwaantje in Sint-Michielsgestel, waar we ons toen bevonden.