Lezing over Roosje Glaser in Schijndel
Paul Glaser geeft op- maandag 18 december in ’t Spectrum aan de Steeg in Schijndel neen lezing over zijn tante Roosje Glaser. De lezing begint om 20.00 uur. Voor leden is de entree gratis, voor niet-leden bedraagt de entree€ 2,00.
Tijdens een bezoek aan Auschwitz ontdekt Paul Glaser een koffer uit Nederland met zijn achternaam erop. Dit is voor hem het moment om op zoek te gaan naar het familiegeheim; het verzwegen lot van tante Roosje. Mooi, sportief én ambitieus. De Bossche danseres Roosje Glaser had alles mee. De 23-jarige joodse trad op in steden als Londen en Parijs en niets leek haar toekomst in de weg te staan. Tot de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Terwijl ze het gruwelijke verraad van haar man verwerkte, kwam Roosje terecht in vijf concentratiekampen. Ze belandde in Kamp Vught en werd later op de trein naar de afgrijselijke kampen Westerbork en Auschwitz gebracht. Miljoenen vonden de dood, maar Roosje hield zichzelf in leven. Door te dansen.
Het waren drie Nederlandse kampbewakers, die haar herkenden van de Bossche dansschool, aan wie Roosje zichzelf vastklampte. Ze knoopte relaties met ze aan. Hierdoor schopte Roosje het tot barakleidster, sportlerares en zelfs tot model. Maar het allerbelangrijkste: ze bleef leven. En overleefde zo de oorlog. De beelden in Kamp Vught vertellen het verhaal door háár ogen. Veel van de foto’s en zelfs filmpjes maakte ze namelijk zelf, zowel voor, tijdens als na de oorlog. Ook zijn er bij Kamp Vught originele film- en Polygoonbeelden met haar te zien waarin zij dansles geeft en uitstapjes maakt.
Op maandag 18 december vertelt Paul het waargebeurde en onthutsende verhaal van Roosje, een levenslustige en ondernemende danslerares uit Den Bosch. Wanneer de nazi’s de macht grijpen begint voor Roosje, 25 jaar oud en joodse, een levensgevaarlijk avontuur. Zeker wanneer haar man zich aansluit bij de nazi’s. Het plaatst haar voor dilemma’s waarin zij haar eigen keuzes maakt. Ze wordt slachtoffer van verraad door haar eigen man en de SS neemt haar gevangen. Roosje komt vrij, wordt opnieuw verraden en belandt in een maalstroom van zes concentratiekampen. In Auschwitz geeft ze SS-ers dansles en leert hen bijbehorende etiquette. Roosje leeft met haar hart en vecht met haar verstand. Het is een leven van volharding, liefde en verraad, waarin de verraders haar uiteindelijk niet klein krijgen.
Het indringende verhaal laat zien dat een scherp onderscheid tussen goed en fout niet bestaat in de dagelijkse werkelijkheid van de oorlog. Roosje houdt de regie van haar leven zo veel als mogelijk in eigen hand. Ze communiceert met vriend en vijand, blijft optimistisch en bovenal trouw aan zichzelf. Kort vóór het einde van de oorlog wordt ze uitgeruild tegen drie gevangen genomen Duitse soldaten bij de Deense grens. Met datzelfde optimisme bouwt ze opnieuw haar leven in Zweden op en keert niet meer terug naar Nederland. Het zijn immers niet Duitsers die haar hebben verraden, gevangen gezet en alles hebben afgenomen maar Nederlanders. Ze zegt daarover: ‘Het grootste probleem was niet dat ik als Joodse geboren ben, maar als Nederlandse.’
Paul Glaser is geboren in 1947, kort na de Tweede Wereldoorlog. Hij groeit op in Maastricht als oudste in een gezin van vijf kinderen en wordt katholiek opgevoed. Hij heeft diverse bestuurlijke functies vervuld bij onderwijs- en zorginstellingen. Na de ontdekking van het oorlogsgeheim in zijn familie besloot hij dat verhaal te verwerken tot een boek. In 2010 verscheen: “Dansen met de vijand. Het oorlogsgeheim van tante Roosje.” De vertaalrechten zijn inmiddels aan meer dan vijftien landen verkocht. De theatervoorstelling die naar aanleiding van het boek is gemaakt zal volgend jaar in Veghel te zien zijn.