Lezing ’s-Hertogenbosch eiland in een onmetelijke zee
Francien van den Heuvel verzorgt onder deze titel een lezing, waarin ze ingaat op de vragen van hoe de stedelijke overheid en de bevolking van ’s-Hertogenbosch omgingen met het steeds terugkerende hoog water in de periode 1740 – 1995.
Al sinds de stichting van ‘s-Hertogenbosch in 1185 worstelde de stad met haar waterveiligheid. Dit werd onder meer veroorzaakt door haar ligging aan een knooppunt van waterwegen waar de riviertjes Aa en Dommel uitmondden in de Dieze die vervolgens afwaterde in de Maas. Maar de Maas kampte vaak met een hoge waterstand waardoor afwatering niet mogelijk was. Integendeel!! Ingeval van hoge waterstand loosde de Maas ook water over land via de zogenaamde Beerse Overlaat. Deze groene rivier begon zo’n veertig kilometer oostwaarts tussen Cuijk en Beers waar stukken oevers van de Maas onbedijkt waren gelaten. Hij strekte zich uit tot aan ’s-Hertogenbosch en indien afwatering in de Dieze onmogelijk was zelfs tot aan de Langstraat. Uit het feit dat er veel water richting deze stad stroomde, valt al op te maken dat de stad relatief laag gelegen was. Geologische en geografische factoren speelden dan ook een rol in de situatie. Daarnaast maakte ’s-Hertogenbosch als vestingstad onderdeel uit van de Zuiderwaterlinie waardoor het militaire belang meerdere malen een inundatie van het gebied rondom de stad vereiste. Ook wogen de defensieve belangen bij het nemen van preventieve maatregelen op het gebied van bescherming tegen het water vaak zwaarder dan het algemene belang van de bevolking. Dit kwam de bescherming tegen het water niet altijd ten goede.
In een tijdvak van 1740 – 1995 werden ’s-Hertogenbosch en omgeving 81 keer getroffen door grote en kleine overstromingen. Zestien keer is er sprake van een ‘ramp’.
De lezing gaat in op de vragen van hoe de stedelijke overheid en de bevolking van ’s-Hertogenbosch omgingen met het steeds terugkerende hoog water in de periode 1740 – 1995? Hoe verliep de hulpverlening, werden er preventieve maatregelen genomen en kregen herinneringen aan overstromingen vorm en zo ja op welke wijze? De spreekster laat zien dat ’s-Hertogenbosch zowel kwetsbaar als veerkrachtig was. De stad wist zich te redden tijdens de grote watersnoden en bood zelfs hulp aan de omliggende dorpen, zoals bijvoorbeeld in 1861. De stad ving toen bijna 2000 inwoners uit de Bommelerwaard op, gevlucht voor een overstroming.
Francien van den Heuvel promoveerde op 24 juni 2021 aan de Open Universiteit op dit onderwerp. Met deze studie wordt tevens een stuk waterstaatsgeschiedenis toegevoegd aan de al rijk beschreven historie van de stad ’s-Hertogenbosch. Voor zover bekend is het ook de eerste keer dat de lange termijn omgang met overstromingen van een enkele stad in Nederland uitvoerig wordt beschreven.
Contact: francienvandenheuvel@ziggo.nl
Kosten: vergoeding reiskosten