Mandenmaken en leerlooien in Vlijmen e.o.
Sinds begin 2018 heeft heemkundekring Onsenoort in haar heemkamer op Mariënkroon in Nieuwkuijk een expositie over de mandenmakerij van Vlijmen e.o.. Maandelijks is de expositie een middag open, maar ook regelmatig voor groepen waarmee ook een rondleiding op Mariënkroon gehouden wordt. De belangstelling voor de expositie blijft groot, mede omdat regelmatig nieuwe onderwerpen zijn toegevoegd, zoals ‘rotan en bamboe’ en ‘granaatmanden’. Inmiddels is ook het onderwerp ‘leerlooien in Vlijmen’ toegevoegd en op een aantal fotopanelen is veel over de geschiedenis ervan te zien.
A.s. zondag 1 september is de expositie in de kasteeltoren van Mariënkroon weer geopend van 13.00 tot 17.00 uur, de toegang is gratis, er is voldoende parkeergelegenheid en er is een traplift, voor degene die wat minder ter been is.
Op het einde van de 19eeeuw waren er onze omgeving vele kleine leerlooierijen. Looierijen waren meestal gevestigd in de buurt van stromend water, bv. Het Oude Maasje, want voordat de huiden onthaard en ontvleesd konden worden, moesten ze eerst hierin geweekt en ontzout worden. Het ontharen en ontvlezen gebeurde daarna handmatig. Het looien gebeurde middels run, dat de looìstof tannine bevat. Run is gemalen en gedoogde eikenschors en voor het malen beschikte Vlijmen over twee molens. Vervolgens werden de huiden in een looiput van 2x2x2 meter gelegd en afgestrooid met run. Was de put vol dan werd deze afgevuld met water. Na ongeveer een jaar werd de put leeggemaakt en werden de huiden schoongemaakt. Dit proces werd dan nog eenmaal of tweemaal herhaald, zodat het looiproces 2-3 jaar duurde. In het begin van de 20steeeuw kwamen er uit voormalig Nederlands-Indië zogenaamde extracten met veel hogere tanninegehalten, waardoor het looiproces verkort kon worden naar enkele weken. De kleine looierijen verdwenen daardoor en er kwamen grotere gebouwen met meer looiputten. In de tuin van de Vlijmense Meliestraat 35 staat nog zo’n gebouw.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog groeide de behoefte aan leder enorm en kwam ook de mechanisatie op gang. Het lukte alleen Van Wagenberg-Festen de benodigde investeringen te doen; in groot tempo werden nieuwe fabriekshallen gebouwd, er kwam een stoommachine en in bewerkingsmachines werd geïnvesteerd. Toen in de twintiger jaren het chroomlooien haar intrede deed en het looiproces nog maar enkele uren duurde waren nog meer investeringen nodig. Zodoende bleef Van Wagenberg-Festen tot 1965 de enige leerlooierij van Vlijmen met ongeveer 80 personeelsleden en verwerkte men jaarlijks ca. 35.000 huiden tot leder. Om bedrijfseconomische redenen werd de productie vrij plotseling gestopt, de gebouwen zijn enige jaren verhuurd aan V&D en nu staat er de Rabobank en het appartementengebouw Martkstaete. De heemkundekring heeft over het leerlooien bij Van Wagenberg-Festen veel informatie kunnen vinden, o.a. bij museum De Looierij in Dongen, bij familie van Wagenberg, bij oud-werknemers en bij het streekarchief SALHA.
Het voorlooien van huiden voor zoolleder. Elke twee dagen werden de huiden overgetrokken naar een put met een hogere concentratie looistof. Archief familie van Wagenberg.
In de chroomlooierij verwerkte men huiden tot overleder. Archief familie van Wagenberg