Prijsdansen in Nieuw-Vossemeer is nu immaterieel erfgoed
Directeur Ineke Strouken van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE) maakte bekend dat het ‘Prijsdansen op kermismaandag in Nieuw-Vossemeer’ een plek heeft gekregen op de Nationale Inventaris van het Immaterieel Erfgoed in Nederland. Het prijsdansen is nu erkend als immaterieel erfgoed. Het VIE is in Nederland verantwoordelijk voor de coördinatie van de Inventaris, die voortvloeit uit het vorig jaar door Nederland ondertekende UNESCO verdrag voor de bescherming van het immaterieel erfgoed
Nationale Inventaris
Afgelopen jaar heeft Nederland de UNESCO-conventie van het Immaterieel Erfgoed geratificeerd. Een van de verplichtingen die uit de UNESCO-conventie voortvloeit, is dat Nederland verplicht is het eigen immaterieel erfgoed binnen haar grondgebied te inventariseren. Nederland hanteert daarvoor een voordrachtensysteem, waarin de erfgoedgemeenschappen zelf immaterieel erfgoed kunnen voordragen voor de Nationale Inventaris van het Immaterieel Erfgoed in Nederland. De traditie van het prijsdansen werd voorgedragen door de eigenaren van de horecagelegenheden in Nieuw-Vossemeer, de Heemkundekring Ambachtsheerlijkheid Nieuw-Vossemeer en de Dorpsraad Nieuw-Vossemeer. Bijzonder is dat deze organisaties samen een convenant hebben afgesloten, waarin staat dat er alles aan gedaan wordt om deze traditie te behouden voor de toekomst. Bij de UNESCO-conventie van het Immaterieel Erfgoed gaat het om het levensvatbaar houden van tradities en gewoonten. Het gaat om het wegnemen van knelpunten en het scheppen van een gunstig klimaat waarin immaterieel erfgoed kan gedijen. De Nationale Inventaris wordt onderhouden en gecoördineerd door het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed.
De historie
Al in 1774 werd er in Nieuw-Vossemeer één dag kermis gehouden, namelijk op 8 september. Ook in de jaren daarna werd er regelmatig kermis gevierd op die achtste september of de zondag daarna. Vanaf 1811 bestond het gebruik om jaarlijks kermis te houden in het dorp. Dit werd verspreid over twee dagen, op 8 en 9 september. In die tijd betekende de kermis weinig en was het eigenlijk een familiefeest. Kermis vindt haar oorsprong in de viering van de kerkwijdingdag. Deze viering ging vaak gepaard met een processie waarna er een volksfeest was met spel, dans en muziek. Het is dus van oorsprong een katholiek feest en vermoedelijk is het zo dat met de toename van het aantal katholieke dorpsbewoners ook de kermis haar intrede deed.
Tijdens de kermisdagen waren er verschillende attracties in het dorp, van mallemolen tot snoepkramen en schiettenten. Attracties die in de loop der jaren alleen maar werden uitgebreid. Tijdens de kermisdagen waren natuurlijk de herbergen open waar muziek gemaakt werd en waar, dankzij de verruiming van de sluitingstijden, de deur tot middernacht open werd gehouden. Het aantal herbergen en tapperijen was in de negentiende eeuw sterk toegenomen. Dit had tot gevolg dat er gedurende de kermis overmatig werd gedronken, met alle gevolgen van dien. Vaak ontstonden vechtpartijen en werden oude vetes en burenruzies beslecht. Jonge mannen wilden in krachtpatserij en stoerdoenerij niet onderdoen voor elkaar, waardoor men met elkaar op de vuist ging. Om van steekpartijen nog maar niet te spreken.
Bovendien ontstond de gewoonte dat men voor de kermis ging sparen. Het gespaarde geld werd er tijdens de kermisdagen helemaal doorheen gedraaid.
Een en ander was er de reden van dat in de jaren rond 1840 de veldwachter, maar ook een brigade marechaussee uit Steenbergen paraat moesten zijn om de orde te handhaven.
Dit verschijnsel kwam niet alleen te Nieuw-Vossemeer voor, doch in alle omliggende gemeenten. Vanwege de onregelmatigheden en de verkwistingen besloot de gemeenteraad daarom in april 1854 de jaarlijkse kermis te beëindigen en af te schaffen. Deze beslissing vonden vooral de winkeliers, slijters en enige tappers maar niets. Zij voelden zich door deze beslissing gedupeerd en dit was voor hen aanleiding in actie te komen. Aanvankelijk verzochten zij aan het gemeentebestuur om de kermis weer in te voeren, doch zij kregen nul op rekest. Daarom richtten zij zich hiervoor, in augustus 1863, zelfs tot de koning, met het verzoek de kermis weer in te voeren, omdat zij door de afschaffing ‘in hun broodwinning waren geremd’. Ook deze actie leverde geen resultaat op. De kermis bleef afgeschaft en de gemeenteraad bleef bij het standpunt dat wederinvoering van de kermis, de vroegere onregelmatigheden weer met zich mee zou brengen en dat daarom de kermis niet kon worden ingevoerd. Pas in 1911 was er weer sprake van een regeling rondom het staangeld op de kermis, waaruit geconcludeerd mag worden dat de kermis rond die tijd weer werd ingevoerd.
Het prijsdansen
Zo zal ook het prijsdansen op kermismaandag in deze periode zijn ingevoerd. Om te vooromen dat het weer uit de hand zou lopen, voerde men het prijsdansen in. Zo hield men de feestvierders wat verder van de toog en was hun aandacht wat meer gericht op de dansvloer.
Dit fenomeen vond ook in de omliggende dorpen plaats. Uit verhalen van mensen die rond 1920 zijn geboren, weten wij dat zij als klein kind na schooltijd door het caféraam het prijsdansen van hun ouders volgden. Voor die dag kwamen van einde en verre ook de oud-dorpsgenoten terug naar hun dorp. Zo was die dag tevens een grote reünie. Men begon op die maandag al vroeg met het prijsdansen. Om negen uur in de morgen ging men in het eerste café van start met muziek van een orgel.
Later werden de orgels vervangen door orkestjes en nog later door bandjes die de muziek van hun eigen tijd ten gehore brachten. De wedstrijd was en is eenvoudig. Er komen elke keer drie dansparen op de vloer die al dansend op drie verschillende ritmes, een aantal geplaatste kegels op de dansvloer moeten omzeilen. Als de wedstrijd in het eerste café is afgelopen, gaat men naar het volgende café. Naarmate de dag vordert (gemiddeld waren er vroeger zo’n vijf tot zeven cafés) en er goed op de resultaten is gedronken, wordt het natuurlijk steeds moeilijker (tot groot vermaak van de aanwezigen) om de kegels te omzeilen. Aan het eind van de dag worden de resultaten van de dansparen bekendgemaakt en de prijzen verdeeld. Prijzen die veelal bestaan uit worsten en meteen worden aangesneden en verdeeld onder de aanwezigen.
Tot op de dag van vandaag wordt deze traditie in ere gehouden door de plaatselijke bevolking. Ondanks dat er steeds minder cafés in het dorp zijn, begint het feest toch nog om negen uur ’s morgens. De caféhouder speelt hier handig op in door de inwoners een ontbijt voor te zetten. Tevens blijft men wat langer hangen in het café alvorens naar het andere café te verhuizen. Ook de oud-dorpsgenoten keren op die dag nog terug naar hun dorp om het feest te vieren. De kermis in het dorp is meestal in het tweede weekend van september en is nog steeds een gewild evenement.