Rooms en romantisch regionalisme
lezing dr. Jan L.G. van Oudheusden
BRABANTIA NOSTRA. ROOMS EN ROMANTISCH REGIONALISME 1935-1951
Begin twintigste eeuw veranderde Noord-Brabant snel van aangezicht. Voor velen waren ontwikkelingen in industrie, landbouw, onderwijs en verkeer een bewijs voor de vitaliteit van het voormalige Generaliteitsland. Maar bij anderen groeide onbehagen over vermeend identiteitsverlies als gevolg van de integratie- en moderniseringsverschijnselen. Dit onbehagen vond een bedding in verenigingen voor studenten. Vanaf 1935 kreeg het een spreekbuis in het tijdschrift en de beweging Brabantia Nostra. Zij formuleerde en claimde het ware Brabanderschap: rooms, romantisch, nostalgisch en fel anti-Hollands.
Bij niet-Brabanders, niet-katholieken maar ook bij autoriteiten en mede-katholieken wekte Brabantia Nostra soms irritatie vanwege de felle toon van de propaganda. Dat bleek onder meer in reacties op artikelen over de Philips-cultuur in Eindhoven en ‘de zaak-Oss’’. Brabantia Nostra evolueerde echter langzaam van isolationisme naar streven naar volkseenheid met behoud van culturele pluriformiteit.
Brabantia Nostra wist nooit meer dan een paar duizend Brabanders daadwerkelijk te enthousiasmeren. In de bezettingstijd droeg zij bij aan het kortstondige succes van de Nederlandsche Unie (1940-1941). Om gelijkschakeling te voorkomen hief de beweging zichzelf in 1942 op. Na 1945 was er weinig animo meer voor eng provincialistische actie. In de naoorlogse sfeer van wederopbouw, Atlantische verbondenheid en Europese integratie was daarvoor geen ruimte.
Toch is er nog nabloei gekomen, in de vorm van liederen, manifestaties en allerhande populaire cultuuruitingen waaruit een Brabantse sfeer te proeven valt.
De Brabantse identiteit: leeft die nog? Op die vraag zal de Waalwijkse historicus Jan van Oudheusden ingaan aan het slot van zijn PowerPointpresentatie over Brabantia Nostra, het thema van zijn proefschrift uit 1990.
Contact jan.oudheusden@home.nl